Het Fred Bertrandplein, van mijnwerker tot minister en prominent Europeaan.
Wie kent het Fred Bertrandplein in Sint-Truiden, buiten de 300 inwoners van Bevingen en enkele CD&V’ers? Je mag het googelen maar je zal niks vinden. Je mag op het laatste stadsplan anno 2022 van de stad kijken en je zal niks vinden. En toch bestaat het, naast de kerk van Bevingen, maar er woont geen mens. Jammer dat een groot staatsman uit Sint-Truiden met dergelijk pleintje in herinnering gebracht wordt. Dat zal nu veranderen!
Alfred Bertrand was de zoon van sloten-, kachel- en fietsenmaker Louis Bertrand en Agnes Beurts Hij is geboren in de Brugstraat in Bilzen op 26 mei 1913. Hij trouwde en kreeg vier kinderen, onder wie de latere Limburgse gouverneur, de eerste vrouw van het land op die post, Hilde Bertrand.
Toen pa Louis in 1927 zilverlasser werd voor mijnen in het Genkse, trok. Fred als kind mee naar de mijnen. Hij was eerst helper in de garage en promoveerde tot boven- en ondergronds mijnwerker-magazijnier van 1927 tot 1936 in Winterslag en Waterschei. Met andere woorden, Fred was een arbeider pur sang.
Bilzenaar werd Genkie en uiteindelijk Kanarie
Op vraag van pater Anicetus Cools en Gerard Bijnens werd hij lid van de plaatselijke KAJ (Katholieke Arbeidersjeugd) en schopte het tot provinciaal voorzitter in 1933 en vrijgesteld propagandist 1936 op aandringen Mgr. Broeckx. Meteen ook het einde van zijn koolputterscarrière. Hij kreeg ook de kans halftijds les te volgen aan de Genkse handelsschool. Hij was zeer actief betrokken bij de algemene staking van 1936 die er kwam na een lichte heropleving tijdens de Grote Depressie. Om deze algemene staking te beëindigen riep de regering vertegenwoordigers van de werkgevers, syndicaten en regering samen op de Nationale Arbeidsconferentie van 17 juni 1936, tevens het eerste 'driepartijenoverleg' in de Belgische sociale geschiedenis. Twee jaar later werd hij ACW-propagandist in Sint-Truiden. Toen hij trouwde met Barbara Dreezen, ging het koppel dan ook in Sint-Truiden wonen.
Sociaal bewogen als hij was werd Fred Bertrand opgevorderd in dienst voor behoeftigensteun Sint-Truiden. Ondertussen was hij medestichter van de KWB, de Katholieke Werkliedenbond Limburg in 1942. Na de oorlog maakte zijn carrière binnen de Christelijke Arbeidersbeweging een vlucht. Na de oorlog, in 1945, werd hij aangesteld als Provinciaal Secretaris van de christelijke vakbond ACV-Limburg in 1945 en werd hij voorzitter ACW Limburg, de koepel van de Christelijjke arbeidersverenigingen (nu verveld tot Beweging.net) van 1965 tot 1978.
In de nationale politiek
Na de Tweede Wereldoorlog engageerde Bertrand zich in de toenmalige CVP: van 1946 tot 1979 als gemeenteraadslid van Sint-Truiden en van 1946 tot 1978 als lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers voor het arrondissement Hasselt. Van 1959 tot 1961 was hij voorzitter van de Vlaamse CVP-vleugel, van 1952 tot 1958 was hij lid van het nationaal comité van de partij en in 1968 werd hij lid van het Bestendig Comité van het overlegorgaan tussen de CVP en de Waalse zusterpartij, de PSC. Hij werd een eerste keer minister van verkeerswezen in de regering Lefèvre (25/4/1961 – 28/7/1965). In de daaropvolgende regering Harmel (28/7/1965 tot 19/3/1966) nam hij de post van minister van volksgezondheid waar. In de regeringen Vanden Boeynants I (19/3/1966 – 17/6/1968) en Eyskens V (17/6/1968 tot 20/1/1972) was hij opnieuw minister van verkeer.
Europees mandaat
Naast zijn nationale politieke loopbaan zetelde hij in het Europees parlement. Hij was van 1952 tot 1958 lid van de Gemeenschappelijke Vergadering van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en van 1958 tot 1961 en van 1972 tot 1979 lid van het Europees Parlement. Van 1975 tot 1977 was hij er fractievoorzitter van de Europese Volkspartij. In de periode december 1971-december 1978 had hij als gevolg van het toen bestaande dubbelmandaat ook zitting in de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap, die op 7 december 1971 werd geïnstalleerd en de verre voorloper is van het Vlaams Parlement.
Als minister steeds syndicalist
Tijdens zijn politieke loopbaan had Bertrand vooral aandacht voor sociaaleconomische vraagstukken en hij hield zich ook bezig met de Vlaamse problematiek in die sociaaleconomische context. Na de Tweede Wereldoorlog benadrukte hij voortdurend dat het zwaartepunt van de Vlaamse Beweging naar het economische vlak verschoof. In dit verband klaagde Bertrand de financiële regeringssteun aan de Waalse koolmijnen aan. Naar eigen zeggen flirtte Bertrand enkel in zijn jeugd even met het Vlaams-nationalisme. Zou dat misschien ook iets met Bilzen te maken gehad hebben? In elk geval was de Volksunie er lang de leidinggevende partij, en werd het boegbeeld ervan, Johan Sauwens, een geboren Truienaar trouwens, er zelfs minister, voor zijn overstap naar de CVP na het uiteenvallen van de Volksunie in 2001.
De Bertrandtrein
Echt Truiens heeft de Bilzense Truienaar niet gesproken. Net als bij andere Bilzenaren die hun geboorteplaats vroeg verlieten en het tot minister schopten, kon de tongval van Bertrand zijn afkomst niet verloochenen.
Als minister van Verkeerswezen heeft Fred Bertrand wel veel Truienaren aan een job geholpen op de luchthaven van Zaventem die onder zijn bevoegdheid als minister viel. Zo erg zelfs dat men in andere politieke kringen de trein, die ’s morgens richting Brussel vertrok vanuit Sint-Truiden, de “Bertrand-trein” noemde. Hij ijverde als minister voor een nieuw slachthuis (dat nu afgebroken wordt) en zwembad (dat afgebroken is), overwelving Cicindria (die nu terug opengelegd wordt) en de aanleg sportpleinen.
Als we een minpunt kunnen vinden dan is dat een kilometers lange bron van eerrnis: de E40. Wanneer die in een rechte lijn tussen Tienen en Luik zou lopen, dan moest die zeker in Sint-Truiden passeren, en dan waren alle hedendaagse discussies over de ontsluiting van onze stad naaaaa deze rkeersader onnodig geweest. Daar heeft hij politiek moeten toegeven aan de rijzende politieke socialistische ster van Waremme, Edmond Leburton, die de E40 met een omweg via zijn stad Borgworm naar Luik deed gaan.
Fred Bertrand overleed in Sint-Truiden op 22 november 1986. In 1988 werd het plein naast de kerk van Bevingen naar hem genoemd: het Fred Bertrandplein.