Onderwijs wijst naar onder
L
Vijf onderwijsministers, 25 jaar achteruitgang
De 21ste eeuw is nog geen kwarteeuw oud, of we hebben al vijf ministers van onderwijs versleten. Blijkbaar houdt niemand het twee legislaturen vol, en misschien nog maar goed ook. Want met Marleen Vanderpoorten, Frank Vandenbroucke, Pascal Smet, Hilde Crevits en tenslotte het “seutje” van de groep Ben Weyts ging het met ons onderwijs steeds bergaf. Naar “onder”
Leerkrachten geven er de brui aan, zij-instromers kappen er vlug mee, met zoekt pedagogisch niet-geschoolden om de ellende op te lossen (flik dat eens in de medische sector!), de mondigheid van kinderen grenst aan het onbeschofte, ouders vinden ‘leuk vinden’ veel belangrijker van ‘leren’, directies kijken naar alle kanten om het entertainmentgehalte van hun school op te krikken, en vakbonden staan erbij, informeren wel hun leden en vervolgens kijken ze ernaar. En de kwaliteit zakt zienderogen: onderwijs is meer ONDER-dom.
Op Belga las ik het volgende over onze onderwijsminister(s)
"Leerkrachten met enkele jaren op de teller weten nochtans waar het schoentje precies knelt. Niet bij te kleine of te grote klasgroepen in het aso, voor alle duidelijkheid. Dat riedeltje hoor je al te vaak van zelfverklaarde experts die naar het onderwijs kijken met de bril van een wereldvreemde academicus. Wél bij een apert slecht uitgewerkte onderwijshervorming die haast geen van alle betrokken partijen nog weet te bekoren. Een hervorming die inzet op een brede eerste graad, maar volslagen doodgebloed de derde graad ingaat. Die onderwijs en opvoeding schaamteloos ondoordacht door elkaar haalt en net daardoor fundamentele vakken als wiskunde, Nederlands en geschiedenis verwaarloost. Die van het secundair onderwijs een ondoorzichtig kluwen maakt waar zelfs leerkrachten hun weg niet meer in vinden. Droeve getuige daarvan is het feit dat zelfs de grootste onderwijsverstrekker in Vlaanderen in zijn officiële communicatie de oude benamingen ‘aso’, ‘tso’, ‘kso’ en ‘bso’ gebruikt, in plaats van de monsterlijke termen ‘dubbele finaliteit’ of ‘arbeidsmarktgericht’."
Godsdiensten worden gesubsidieerd, maar het ministerie van Binnenlandse Zaken of Justitie moeit zich ook niet met hoeveel gelovigen in een kerk zitten, of men stoeltjesgeld moet vragen, of er rode of groene matjes in de moskee moeten liggen, of de rabbi getrouwd of niet mag zijn. En toch worden de bedienaars van deze erediensten door de overheid betaald. Zo zou het onderwijs ook moeten zijn: een gemeenschap zonder inmenging, zonder sensatiezucht, zonder profileringsdrang, zonder politieke bemoeienissen, zonder voluntarisme van de minister, zonder een archaïsch telsysteem waardoor scholen in juni niet weten hoeveel onderwijs ze kunnen verschaffen in september en de leerkrachten twee maanden in onzekerheid laat.
En de eeuwige vraag met het antwoord van 10 miljard: hoe lossen we het leerkrachtentekort op? Hier komen die 10 miljard: laat leerkrachten doen waarvoor ze opgeleid zijn namelijk lesgeven, onderwijzen, kinderen wat bij brengen. Laat de ouders doen waarvoor ze gekozen hebben toen ze lagen te rampetampen in bed om kinderen te maken, namelijk hun kinderen opvoeden. Laat de kinderen doen wat ze op school moeten doen: bijleren, rijper worden, volwassen worden, een stiel leren.
En beste minister(s): kijk eens naar de industrie: daar gaan mensen werken voor hun loon en daarvoor moeten ze presteren. De baas betaalt niet om “de plezante uit te hangen”, om het werk leuk te vinden, om de band te entertainen, om een rijbewijs te halen, …
Geef netten, scholen en leerkrachten hun vrijheid terug en stop met die stalinistische aanslagen op die vrijheid. Het kaf en het koren zullen snel gescheiden zijn, de kwaliteit zal stijgen en je krijgt weer leerkrachten die ’s morgens fluitend naar hun werk gaan zoals ik 40 jaar gedaan heb.