Bjansem winning
“Bjansem” Winning
Sint-Truiden heeft heel wat verdwenen of niet-toegankelijke monumenten. We zochten er enkele bij mekaar om u toch even te laten genieten van wat was of wat er is en wat u niet mag of kan zien! De Commanderij van Bernissem is zo’n site.
De Commanderij van Bernissem (of Bernshem) bij St-Truiden, gelegen aan de Kommanderijstraat was een commanderij van de Duitse Orde onderhorig aan de landcommanderij van Alden Biesen. In de volksmond spreekt men van “Bjansem winning” van de Teutoonse Orde, niet te verwarren met de Gebrande Winning aan de Zepperenweg.
In 1237 ontving de Duitse Orde een stuk land in Sint-Truiden waarop reeds een huis en de kapel van Bernissem gebouwd waren. In 1259, 20 jaar later, trokken de ridders van Bernissem zich echter al om veiligheidsredenen terug binnen de muren van de stad Sint-Truiden en bouwden er een nieuw klooster. Maar 40 jaar later keerden zij terug naar Bernissem. Het stadsleven was niet aan hen besteed. Telkens weer bedreigd door oorlog werd in 1254, 1259 en 1260 pauselijke en bisschoppelijke toestemming verkregen om een kerk met een begraafplaats op te richten, wat waarschijnlijk inhield dat de komst gepland was om te verhuizen.
Enkel het poortgebouw
De commanderij van toen, een complex dat macht, pracht en praal uitstraalde, is ondertussen omgevormd tot landbouwuitbating omringd door landerijen. Er was zelfs ooit een suikerfabriek gevestigd. Buiten de kern van het poortgebouw met pachterswoning bleef van het gebouwencomplex van de Duitse Orde niets bewaard aangezien de commanderij in de 18e eeuw verbouwd werd in classicistische stijl. Daarbij verdwenen de kapel en het verblijf van de ordebroeders met zijn zes torens en het paviljoen van de commandeur uit 1660. Eveneens sneuvelden de vroegere stallen en de schuur van het neerhof. De nog resterende gebouwen bestaan uit een semi-gesloten hoeve, een wachthuis en een kapel die tot woning omgevormd werd. Als je op de expresweg van Hasselt naar Sint-Truiden rijdt, zie je rechts nog het poortgebouw uit de 17de eeuw, op de tekening uiterst links.
In Bernissem is sinds 1277 continu een commandant gedocumenteerd. Naast verschillende landgoederen en boerderijen bezat de commandant het beschermheerschap van de kerk in Montenaken en haar bijkantoor, dat in 1225 als schenking van de hertog van Lotharingen in de orde was gekomen, en de kapel in Hellensfort (Helshoven), die in 1225 was verworven.
De Commandanten
Hendrik van Mechelen (1257)
Gerard van Printhagen (1262-1266)
Daniël Nysem (1296-1302)
Walter van Papenhoven (1306)
Gerard van Loon (1307-1310)
Johan van Scherve (1310)
Goswin Goutacker (1312-1317)
Rutger van Caldenberg (1320-1324)
Willem van Baeswille (1324-1328)
Johan van Zieberghe (1336)
Rutger van Caldenberg (1341-1346)
Renier Hoen van Hoensbroek (1347)
Hilger de Colonia (1351)
Geldolphus (1352-1353)
Boudewijn van Vranckenhoven (1353-1366)
Gerard van Aldenhoven (1366-1371)
Renier van Hausen (1382-1383)
Wilhelmus de Luwe (1383)
Hendrik van Havert (1386-1409)
Diederik van Betgenhausen (1414-1434)
Mathias van Straten (1443-1445)
Diederik van Gemert (1446-1473)
1473-1509 vacature
Johan van Gulpen (1509-1509)
Liebrecht Hoen van Cartyls (1510-1524)
Johan Huyn van Amstenraedt (1524-1530)
Gerard van Streithagen (n. 1530-1540)
1540-1547 vacature
Nicolaas van Hoensbroek (1547-1562)
Nicolaas Huyn van Amstenraedt (1563-1580)
1580-1590 vacature
Robrecht van Malsen (1591-1594)
1594-1603 vacature
Edmond Huyn van Amstenraedt (1603-1606)
Willem Cortenbach (1606-1649/52)
Diederik Stefan van Reuschenberg (1649-1652)
Hendrik Schenck van Nideggen (1652-1664)
Gaspar Schenck von Nideggen zu Hellenraedt (1665-1677)
Johan Siger Spies von Büllesheim (1677-1683)
Hendrik van Wassenaar op Warmont (1683-1684)
Bernard van Oestrum van Moersbergen (1684-1688)
Ambrosius Joseph von Horn (1690-1692)
Frederik van Renesse (1692-1714)
Hendrik Schenck van Nideggen (1715-1728)
Philipp Emmerich von Eltz en Uttingen (1729-1734)
Frans Gerard van Cortenbach op Wissem en Schoonbeek (1734-1736)
Johan Jozef vaan der Noot (1736-1744)
Karl Dietrich von Auffsess (17444-1755)
Nicolaas Bernard de Borchgrave (1757-1770)
Raimund Casimir von Lamberg (1770-1771)
Frans Hendrik van Hoensbroek (1771-1793)
Franz Nikolas von Kolf von Vettelhoven (1794-1798)
In 1611 had Huyn van Amstenrade de heerlijkheid Ordingen verworven door aankoop van Sophia van Bellinckhausen, de weduwe van Gerald Huyn van Amstenrade, die de heerlijkheid bezat. Hij was een neef van Ruischenberg. Hij stichtte er een nieuwe commanderij en verhuisde de commanderij van Holt (Kortessem) in 1625 eveneens naar Ordingen. In 1633 nam de commanderij haar intrek in het kasteel van Ordingen.
Suikerfabriek
Zoals wel meer het geval was, werd dit kerkelijk goed herbestemd als industrieel complex. In de Franse tijd opgekocht door baron de Selys-Longchamps, startte diens schoonzoon Hyacinthe de Chestret, rentenier te Luik, omstreeks 1839 in het commandeurshuis een bietsuikerfabriek, die tot een belangrijk bedrijf uitgroeide.
De suikerfabriek van Bernissem werd in de eerste van de 19de eeuw opgericht, maar werd bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog gesloten. De gebouwen zijn afgebroken maar de terreinen zijn vervuild. OVAM zal (zou) de grond tot op een diepte van 70 cm afgraven. Er wordt dan een dikke folie aangebracht en nadien kan het terrein weer opgevuld worden en in de oorspronkelijke staat hersteld worden. Dat zou een werk voor dit jaar moeten zijn.
Enkel oude tekeningen
Vandaag is Bernissem gelegen ten noordwesten van de stad, aan de rand van de oprukkende verstedelijking en van een industriepark, aan een bijbeek van de Logebeek die zich, samen met de Oudebeek, meer westelijk in de Cicindriabeek stort. Voorheen was de straat 'Bernissem' genaamd, een dreef die vanuit de richting Schurhoven ten noordoosten de dreef vanuit het Bogaardenhof en het Gravenhuis in Zepperen vervoegde.
Van Bernissem, een machtig complex van de Commanderij van de Duitse Orde, afhangend van de landcommanderij Alden Biesen (Bilzen), bestaat er een mooie ets van Romein de Hooghe uit 1700 en een tekening van Remacle Leloup rond 1740. Het komt ook voor op de Ferrariskaart (1771-1775). Het is dan een omgracht goed, gelegen te midden van boomgaarden. Het bezat ten noorden en ten zuiden, binnen de grachten, uitgestrekte tuinen voor nut en voor sier.